We kennen allemaal het standaard verhaal uit de schoolboeken: Christoffel Columbus zeilde in 1492 naar Amerika. Toch gaan al jaren verhalen rond dat de Vikingen, de Romeinen, de Chinezen en zelfs de oude Egyptenaren veel eerder waren dan de Italiaanse ontdekkingsreiziger. Begin twintigste eeuw beweerden twee archeologen van het Amerikaanse Smithsonian Instituut dat ze in de Grand Canyon sporen van een oude Egyptische beschaving hadden gevonden…

Mysterieus verhaal over de Grand Canyon op de voorpagina

Een bizar verhaal over een reeks mysterieuze grotten en Egyptische artefacten haalde op 5 april 1909 de voorpagina van de Arizona Gazette. Volgens het artikel ‘Explorations in the Grand Canyon’ hadden de archeoloog G.E Kinkaid en professor S.A Jordon bewijs gevonden van een Egyptische beschaving in de Marble Canyon regio van de Grand Canyon.

Bijzondere boottocht over de Colorado River

Het verhaal gaat dat G.E Kinkaid in 1909 een solo-boottocht maakte over de Colorado River. Tijdens zijn tocht ontdekte hij tot zijn grote verbazing een grot in een klif van de Grand Canyon, bijna 70 kilometer stroomopwaarts van El Tovar Crystal Canyon. Het bevond zich ruim 2000 meter boven het niveau van de huidige rivier. Een aantal treden lag echter dertig meter lager dan de ingang van de grot. Dit bewees volgens Kinkaid dat de rivier ooit 2000 meter hoger of 2000 meter ondieper was geweest op het moment dat de grot werd bewoond.

Some forty-two miles up the river from the El Tovar Crystal canyon, I saw on the east wall, stains in the sedimentary formation about 2,000 feet above the river bed. There was no trail to this point, but I finally reached it with great difficulty. Above a shelf which hid it from view from the river, was the mouth of the cave. There are steps leading from this entrance some thirty yards to what was, at the time the cavern was inhabited, the level of the river.

When I saw the chisel marks on the wall inside the entrance, I became interested, securing my gun and went in. During that trip I went back several hundred feet along the main passage till I came to the crypt in which I discovered the mummies… I gathered a number of relics, which I carried down the Colorado to Yuma, from whence I shipped them to Washington with details of the discovery.

– G.E Kinkaid doet verslag van zijn ontdekking in The Arizona Gazette

Egyptische artefacten, mummies en hiërogliefen

Kinkaid ontdekte een gigantische grot met een complex systeem van kamers en tunnels die duidelijk door mensen waren gecreëerd. In de kamers bevonden zich hiërogliefen, mummies en Egyptische artefacten. Het was een schatkamer vol aardewerk, wapens, koperen gereedschappen, instrumenten, wapens, gouden urnen en tabletten met inscripties. Als klap op de vuurpijl trof Kinkaid ook nog een 700 meter lange eetzaal met kookgerei aan. Naar schatting woonden er in de kamers ongeveer 50.000 mensen.

Schreeuwende krantenkoppen

Of de bovenstaande beschrijving van Kinkaid nu waar is of niet: feit is dat het op 5 april 1909 op de voorpagina van de Arizona Gazette stond. De krantenkoppen logen er niet om: ‘Explorations in Grand Canyon: Mysteries of Immense Rich Cavern Being Brought to Light’ en ‘Jordan is Enthused: Remarkable Finds Indicate Ancient Pieple Migrated From Orient.’

Wetenschappelijk onderzoek in de grot

In het artikel staat verder dat S. A. Jordan van het Smithsonian Instituut in de grot was gearriveerd om te beginnen met wetenschappelijk onderzoek. Hij hing elektrische lichten op in de gangen om alles beter te overzien. Jordan leek er vrij zeker van dat de grot het werk was van Egyptenaren en zei het volgende:

Discoveries which almost conclusively prove that the race which inhabited this mysterious cavern, hewn in solid rock by human hands, was of oriental origin, possibly from Egypt, tracing back to Ramses. If their theories are borne out by the translation of the tablets engraved with hieroglyphics, the mystery of the prehistoric peoples of North America, their ancient arts, who they were and whence they came, will be solved. Egypt and the Nile, and Arizona and the Colorado will be linked by a historical chain running back to ages which staggers the wildest fancy of the fictionist.


Onder het stof vandaan

Kincaid en Jordan keerden terug zonder artefacten of foto’s van hun ontdekkingen. Het Arizona Gazette artikel werd daardoor het enige bewijs van deze expeditie. Het verhaal raakte al snel in de vergetelheid. In 1962 kwam het echter onder het stof vandaan toen het boek Arizona Cavalcade verscheen. Dit was een serie van vijf boeken met krantenartikelen over de geschiedenis van Arizona. Het trok de aandacht van David Hatcher Childress, die het verhaal over de ‘Egyptische beschaving in de Grand Canyon’ opnam in zijn boek Lost Cities of North and Central America uit 1992.

Grotformaties met Egyptische namen

Childress verdiepte zich in Oud-Wereldse invloeden in Amerikaanse archeologische vindplaatsen. Childress was naar eigen zeggen ‘geschokt’ toen hij het Egyptische grotverhaal las. Daarnaast kreeg hij een kaart te zien van de Grand Canyon met een aantal grotformaties die bijzonder genoeg Egyptische namen droegen, zoals de ‘Toren van Ra’ en de ‘Isis Tempel’.

‘Doofpotaffaire door het Smithsonian’

Childress kon het niet geloven: een grot gemaakt door de Egyptenaren in Amerika! Hij besloot contact op te nemen met het Smithsonian en Grand Canyon National Park. Volgens hem ontkende het Smithsonian met klem het bestaan van Jordan en Kinkaid. Childress noemde het hele gebeuren een doofpotaffaire: “Dit hele gebied met de Egyptische en Hindoestaanse plaatsnamen is een verboden zone, niemand mag in dit grote gebied komen.”

Childress brengt een beweging op gang

Hoewel het Smithsonian de gebeurtenis uit 1909 ontkende, bracht het Egyptische grotverhaal door Childress veel teweeg. Steeds meer mensen begonnen te geloven in de spirituele kracht van de Egyptenaren. Ze zien de Grand Canyon als de diepste openbaring van de natuur, de oerkracht en de tijd. Men bedacht uitgebreide theorieën over de Egyptische grot van de Grand Canyon. Sommigen zeggen dat de Egyptische namen bewijzen dat een eeuwenoude beschaving heeft geleefd in de Grand Canyon. Verschillende groepen mensen zijn zelfs speciaal naar de Canyon gereisd om de grot te lokaliseren. Ligt het echt bijna 70 kilometer stroomopwaarts van El Tovar Crystal Canyon? En waar is dat dan precies?

Is het verhaal bedrog?

Sommige theorieën proberen de Egyptische grot te relateren aan Atlantis, Area 51 en Hopi Legendes. Maar het is nooit verkeerd om een kritisch te zijn. Komt bij de Egyptische grotgelovigen namelijk wel eens de gedachte op dat het verhaal van de Arizona Gazette bedrog zou kunnen zijn? Zelfs David Hatcher Childress gaf toe dat toen hij het verhaal voor het eerst las in Arizona Cavalcade hij “wil wedden dat het was verzonnen door de auteur van dat boek. Het klinkt nep.”

Kwaliteit van de journalistiek in 1909

Ondanks zijn bedenkingen zocht Childress het originele artikel in de Gazette op. ‘Daar stond het zwart op wit’. Deze conclusie trekken veel Egyptische grotwebsites: als een verhaal op de voorpagina van een krant staat, dan moet het waar zijn. Krantenlezers in 1909 zouden dit echter betwisten. Journalistiek was destijds nog geen beroep waar eerlijkheid voorop stond. Sterker nog, pas in 1909 opende een Amerikaans college de eerste school voor journalistiek ter wereld. Er waren geen Pulitzers om professionaliteit te belonen. Kranten werden vaak schaamteloos gebruikt door politieke partijen, zakenlieden én oplichters.

Waarom werd het verhaal geen groot nieuws?

En er rijst nog een belangrijke vraag: had het Egyptische grotverhaal geen groot nieuws moeten zijn voor Arizona en de rest van de wereld? Waarom staat in geen enkele krant iets vermeld over een Smithsonian expeditie naar Arizona? Laat staan dat ook maar iemand een grote krantenkop publiceerde met een tekst als: ‘de Egyptenaren leefden ooit in Arizona’.

Feit is dat het verhaal van de Gazette bijna volledig genegeerd werd door andere kranten in deze Amerikaanse staat. Van de meer dan een dozijn kranten uit 1909 herdrukte alleen de Jerome Mining News het verhaal. En er was slechts één krant die commentaar gaf: de Coconino Sun. “Ziet eruit als een Mulhatton-verhaal” stond er op de voorpagina van deze krant op 16 april.

Joe Mulhatton: koning van de ‘fake news’

Voor de Amerikaanse krantenlezers in 1909 zei de krantenkop van de Coconino Sun alles over het Egyptische grotverhaal. In die periode was Joseph ‘Joe’ Mulhatton al decennia beroemd om zijn hobby: kranten misleiden om nep verhalen te publiceren. Of zoals we dat tegenwoordig noemen: ‘fake news’. Joe had zijn roem te danken aan zijn bizarre verhalen over ontdekkingen van grotten vol met indrukwekkende artefacten uit oude beschavingen.

Krantenhoaxen zijn een lange traditie

In de weken na het publiceren van het Egyptische grotverhaal verhaal in gaf de Gazette er geen commentaar meer op. Precies een jaar later werd er geen melding meer van gemaakt. Er was dan ook geen echte reden voor kranten om er commentaar op te geven. Iedere lezer begreep waar dit soort verhalen vandaan kwamen. Krantenhoaxen waren een lange traditie in de Verenigde Staten. Zo schreef een krant in Boston aan het begin van de negentiende eeuw een hoaxverhaal over een grot die onder het centrum van Boston was ontdekt. Lezers namen al niet de moeite meer om zulke verhalen bedrog te noemen. De waarheidsgetrouwheid ervan stond buiten kijf, want men werd verondersteld hun verbeeldingskracht te gebruiken…

Bronnen

Meer lezen?