President Donald Trump was een van de miljoenen inwoners van de Verenigde Staten die COVID-19 opliep. Het nieuws van zijn diagnose op 2 oktober 2020 sloeg in als een bom. Toch is het zeker niet de eerste keer dat een Amerikaanse president lijdt aan een ernstige medische aandoening. Sterker nog, president Woodrow Wilson stierf in 1919 bijna aan de Spaanse griep.

Medische aandoeningen van Amerikaanse presidenten

Donald J. Trump was de vijfenveertigste president van de Verenigde Staten. Meer dan de helft van de 44 mannen die hem voorgingen leed aan minstens één medische aandoening. Een bekend voorbeeld is de verlamming van president Franklin D. Roosevelt (1882-1945), die in 1921 getroffen werd door polio. Hij raakte verlamd aan zijn benen en bracht de rest van zijn leven door in een rolstoel. Wellicht minder bekend zijn de vele ziektes van president John F. Kennedy (1917-1963). Vanaf zijn kindertijd leed hij aan allerlei aandoeningen, waaronder:

  • Addison (een ziekte aan de bijnieren)
  • Urineweginfecties
  • Prostaatproblemen
  • Spastische darmen
  • Maagzweren
  • Zeer pijnlijke rug
  • Slapeloosheid

Wat gebeurt er als de president ziek wordt?

Een ziekte kan invloed hebben op het vermogen van een president om zijn taken uit te voeren. Langere tijd was er geen protocol voor wat er moest gebeuren als een president ernstig ziek werd. Wel stelden de ‘Founding Fathers’ een opvolgingslijn op. In de grondwet staat dat de vice-president de macht in handen krijgt als de president ernstig verzwakt raakt, sterft of ontslag neemt.

Het 25ste Amendement

Tot 1963 ontbraken er een aantal belangrijke details in de grondwet. Wat moest er bijvoorbeeld gebeuren als de president ongeschikt werd verklaard om de dienen? En moest de vice-president nu wel of niet de termijn van de vorige president voltooien? Na de moord op John F. Kennedy op 22 november 1963 nam het Congres het 25e Amendement aan. Daarin is een duidelijk protocol opgenomen waarin staat wat er gebeurt als de president of vicepresident ontslag neemt, arbeidsongeschikt of gehandicapt raakt, of overlijdt.

Deze presidenten stierven tijdens hun ambtstermijn

De presidentiële geschiedenis staat bol van leiders die geheimzinnig deden over hun medische aandoeningen. De medische geschiedenis van John F. Kennedy werd bijvoorbeeld pas decennia na zijn dood bekend. Hij is een van de acht presidenten die stierf tijdens zijn ambtstermijn. Ook deze ‘Commanders in Chief’ verlieten het Witte Huis niet levend:

  • William Henry Harrison (1841): Longontsteking opgelopen tijdens zijn inaugurele rede, die hij hield in de regen.
  • Zachary Taylor (1850): Liep cholera op door het wassen van kersen in vuil water.
  • Abraham Lincoln (1865): Doodgeschoten toen hij een theatervoorstelling bezocht.
  • James Garfield (1881): Neergeschoten in een treinstation in Washington D.C, overleefde de moordaanslag maar stierf uiteindelijk door een infectie vanwege niet-gesteriliseerde medische instrumenten.
  • Warren G. Harding (1923): Hartfalen of een beroerte. Er gaan ook geruchten dat zijn vrouw hem heeft vergiftigd.
  • Franklin D. Roosevelt (1945): Beroerte en een hersenbloeding.
  • John F. Kennedy (1963): Doodgeschoten tijdens een rijtoer door Dallas.

Spaanse Griep eiste bijna het leven van Woodrow Wilson

President Woodrow Wilson, die in 1913 aan de macht kwam, maakte bijna deel uit het illustere bovenstaande rijtje. In 1918 hield de Spaanse Griep de wereld in zijn greep. De pandemie eiste maar liefst twintig miljoen slachtoffers. Vlak na de Eerste Wereldoorlog bezocht Wilson de Franse hoofdstad Parijs voor vredebesprekingen met diverse wereldleiders. Hij liep op 3 april 1919 de Spaanse griep op. Zijn dokter loog echter tegen de pers en vertelde dat de president door de regen ‘kou had gevat’

Spanningen na de Eerste Wereldoorlog

Door de heftige griep raakte Wilson compleet uitgeput. Zijn verzorgers waren bang dat de president niet meer in staat was om te onderhandelen. Uiteindelijk gaf Wilson zijn eisen door aan de Franse leider Georges Clemenceau, maar dat ging niet zonder slag of stoot. De twee manen waren het niet eens over de manier waarop Duitsland moest boeten voor zijn rol als agressor in de oorlog. Wilson probeerde een vreedzame wereldorde te creëren en de spanningen te de-escaleren. De president gaf echter veel van zijn eisen op toen hij geveld werd door de Spaanse griep.

Verdrag van Versailles

Uiteindelijk kreeg Clemenceau zijn zin. Het Rijnland werd gedemilitariseerd en de Franse bezetting ervan duurde minstens vijftien jaar. Het daaruit voortvloeiende Verdrag van Versailles was zo hard voor Duitsland dat het bijdroeg aan de opkomst van Adolf Hitler en het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.

First Lady neemt het roer over

In eerste instantie leek Woodrow Wilson goed te herstellen van de Spaanse griep. Zes maanden na zijn diagnose werd de president echter opnieuw ziek, toen hij een reis maakte door de Verenigde Staten. Op de ochtend van 2 oktober 1919 werd de machtigste man ter wereld verlamd wakker. Hij bleek geveld te zijn door een beroerte en kon zijn functie niet meer uitvoeren. First Lady Edith Wilson besloot de ziekte van haar man te verbergen en nam zijn werk grotendeels over.

Hoewel Edith Wilson geen nieuwe wetten initieerde of belangrijke beslissingen nam, controleerde ze wel de toegang tot haar man. Ze bleef dit doen tot de ambtstermijn van Woodrow Wilson in maart 1921 tot een einde kwam.

Bronnen

Meer lezen?